Kunst is een mensenrecht
Essay Ivo van Hove
gepubliceerd 29 augustus 2019 in de Volkskrant
Kunstenaars vertellen universele verhalen. En die zijn hard nodig in tijden waarin grote groepen vijandig tegenover elkaar staan. Geef daarom ruim baan aan creatieve energie, stelt toneelregisseur Ivo van Hove.
‘Duizenden jaren geleden ontdekte de eerste mens hoe hij vuur kon maken. Hij werd verbrand aan dezelfde paal die hij zijn broeders had leren aansteken. Maar vanaf dat moment had de mens wel vuur om zich warm te houden en zijn eten te koken. Door alle eeuwen heen zijn er mensen geweest die nieuwe paden baanden. Hun schreden waren de eerste, ze begaven zich in verboden gebied, en het antwoord dat ze kregen: haat.’
Dit zegt Howard Roark, de onbuigzame architect in The Fountainhead van Ayn Rand. Hij spiegelt zich aan Prometheus die het vuur bracht bij de mensen en daarvoor vreselijk werd gestraft. Een mythe die nog steeds tot de verbeelding spreekt. Dit soort verhalen geven ons een identiteit als individu, als individu in een samenleving, en als samenleving. We hebben ze nodig om ons bestaan betekenis te geven.
Wie is die gehate Prometheus? In onze tijd lijkt dat naast de wetenschapper die ons confronteert met harde feiten over ons consumptiegedrag ook de kunstenaar te zijn. Al een paar jaar achtervolgt me ’s nachts een boze droom waarin onze premier kunstenaars opvoert als graaiers die met hun rug naar het publiek staan en met de handen open naar Den Haag. Ik besef dat het slechts een droom is. Toch blijft het me achtervolgen. Daarover later meer.
Deze zomer was ik in Epidaurus, waar het oudste theater ter wereld staat. Een openluchttheater waar elke zomer tienduizend mensen toneelvoorstellingen bijwonen. Ik had het gevoel op een grootschalig popconcert te zijn. Twee uur lang zat het publiek op rotsblokken te kijken naar Elektra en Orestes van Euripides die in mijn interpretatie gaan over gewelddadige radicalisering bij jonge mensen. Het publiek herkende problemen die zich overal ter wereld afspelen. Een overweldigend gevoel van gezamenlijkheid.
Hoe komt dat? Omdat mensen behoefte hebben ergens bij te horen. Mythen zijn er voor iedereen. Ze geven ons personages waarin we herkennen wat in onze relaties, families, steden, landen, onze wereld aan de hand is. Ze hebben de kracht van de vertraagde reactie. Ze spiegelen hun urgentie aan een telkens veranderende werkelijkheid.
Universele verhalen
Het zijn de kunstenaars van duizenden jaren geleden tot vandaag en ver in de toekomst die deze universele verhalen vertellen. Zij uiten wat veel mensen voelen maar zelf niet kunnen articuleren. Dat is waarom we niet zonder kunst kunnen.
Verhalen zijn geen objectieve feiten. Ze zijn als een spons die een veelvoud aan interpretaties opzuigt. Is dat vervelend? Helemaal niet, dat geeft ruimte. Het maakt dat we ons bestaan en onze toekomst steeds opnieuw kunnen vormgeven. In een voortdurend veranderende werkelijkheid heeft de kunstenaar de verantwoordelijkheid nieuwe verhalen te maken. Deze grijpen vaak terug op grote mythen, die telkens opnieuw worden geïnterpreteerd.
Tegenover deze toekomstgerichte verhalen is er door vele politici een nieuw verhaal ontwikkeld, waarin ze de toekomst beschrijven als een teruggaan naar een verleden waar iedereen het goed had. Ook zij bedienen zich van mythen. Denk aan de overwinningsspeech van Baudet toen hij sprak over de uil van Minerva en de boreale wereld.
Eén van de knelpunten van onze tijd is dat deze twee botsende visies grote groepen vijandig tegenover elkaar plaatst. Er woedt een strijd tussen mensen die het heden zien als het begin van een geheel nieuwe toekomst en mensen die terug willen naar een paradijselijk verleden. In die omstandigheid speelt de kunstenaar een centrale rol. Hij staat niet los van de werkelijkheid. Hij moet een weermiddel bieden tegen verhalen die ons doen hunkeren naar een geïdealiseerd verleden, dat mogelijk lijkt maar niet meer mogelijk is.
Kunst is een doos van Pandora waarin alle onheil is opgeborgen. Een doos die we liever gesloten houden. Maar als we boosaardige gevoelens geen plek geven – zowel in onze levens als in onze samenlevingen – gaan ze rotten en worden het ziekmakende bacteriën. Op die manier toont de kunstenaar ons beelden die we liever wegdrukken. Hij toont ons boze dromen. Maar wat zou het leven zijn zonder dromen waarin we onze verdrongen verlangens virtueel beleven?
Op het einde van de Oresteia van Aischylos stelt de godin Athena een democratisch rechtssysteem in om een eind te maken aan de aanhoudende cyclus van geweld; zij geeft ook de bloeddorstige Furiën een plek in de nieuwe Atheense samenleving. Dit is merkwaardig omdat de Furiën vernietigers zijn. Aischylos besefte al dat het kwaad wegdrukken geen oplossing brengt. Dat elke samenleving onze duistere krachten een plek moet geven. De kunstenaar laat ons denken en voelen wat we in onze samenleving niet kunnen of mogen denken en voelen, maar wat er wel is. De kunstenaar als noodzakelijke, constructieve terrorist.
Tragische fout
Een bezoek aan Athene is ondenkbaar zonder de Akropolis op te wandelen. De tocht begint met het Dionysos-theater. Verderop het muziektheater Odeon en een plek waar wetenschappelijk onderzoek werd verricht. Hogerop het tempeltje van Nikè, gewijd aan oorlogsoverwinningen. Als je naar beneden kijkt, zie je de Agora, waar men discussieerde over de samenleving van toen. Vlak ernaast de Areopagus, voor rechtspraak. Bovenop staat het Parthenon. Athene is gebouwd rondom deze visionaire site. De Grieken beseften dat kunst samen met politiek, wetenschap, religie en rechtspraak de samenleving een identiteit geeft. Ondertussen stellen wij het bestaansrecht van kunst ter discussie en hebben het daardoor uit het centrum van de samenleving weggedrukt. Een tragische fout.
Hoe heeft het zover kunnen komen, dat we in Nederland voortdurend de vraag blijven stellen naar het belang van kunst voor onze samenleving? Waarom wil men de mensen doen geloven dat kunstenaars in een ivoren toren leven? Het Centraal Planbureau kwam enkele weken geleden tot de conclusie dat de culturele en creatieve sector 25,5 miljard of 3,7 procent bijdraagt aan het bruto binnenlands product (bbp), tweemaal zoveel als de landbouw, net iets minder dan het toerisme. Daarnaast is de cultuursector goed voor 320 duizend banen, dat is 4,5 procent van de werkgelegenheid.
Meteen veranderde mijn boze droom in een goede, waarin onze premier en ik elkaar omhelzen en een glas witte wijn drinken om te vieren dat de kunst een plek is die levensnoodzakelijk is, niet alleen in ons denken en ons gevoelsleven maar ook voor de economie. Het probleem van onze huidige calculerende welvaartspolitiek is dat het niets kan met de creatieve energie van mythen.
Maar kunst kan niet alleen met economische argumenten worden gelegitimeerd. Het is niet omdat het kan worden berekend dat kunst ertoe doet. Het is wel omdat het een basisbehoefte is van de mens. Het is een mensenrecht.
Toneelregisseur Ivo van Hove (60) werd onlangs gelauwerd met de Johannes Vermeerprijs, de staatsprijs voor de kunsten. Dit essay is gebaseerd op de rede die hij uitsprak tijdens het Paradisodebat, afgelopen zondag in Internationaal Theater Amsterdam. Zondag is hij de laatste Zomergast bij de VPRO (20.15 uur, NPO2).