10 jaar Brandhaarden Festival

De nietsvermoedende theaterliefhebber in metro-polen als München, Hamburg of Berlijn kon in de voorbije jaren een briefje aantreffen op een donkere schouwburg. ‘Geen voorstellingen, we zitten in Amsterdam’; regisseur of gezelschap was ingegaan op het verzoek om een week lang vol in de schijnwerpers voor het Nederlands publiek te staan als ‘brandhaard’ van interessante theatermaterie. Met een exodus van technici met vrachtwagens vol decors, van acteurs en artistieke staf tot gevolg.


Die jaarlijkse karavaan vindt zijn oorsprong na 2010, als de opening van de Rabozaal voor een forse uitbreiding van de mogelijkheden van de Stadsschouwburg in Amsterdam heeft gezorgd. Wat zou het mooi zijn om ook voor internationale gezelschappen en producenten een interessante partner te worden. Een theatermanifestatie van allure moet het theaterhuis op de kaart zetten. Hallo Europa, kom met ons spelen! Maar hoe pakje dat aan?

Door Hans Smit

10 jaar Brandhaarden Festival

2012

De benoeming van regisseur Johan Simons in 2010 tot intendant bij de Münchener Kammerspiele komt als geroepen. De lijntjes met hem zijn kort sinds hij twee keer eerder een weekend mocht programmeren als artistiek leider van Zuidelijk Toneel en later NTGent, ook al onder de titel ‘Brandhaarden’. Maar deze editie moet wel XXL worden, met vlammen die een week lang tot ver in het buitenland te zien zijn, en met twee zalen optimaal geprogrammeerd. Simons zegt toe, in agenda’s wordt de derde week van maart 2012 omcirkeld. Een logistieke machine komt op gang, op het hoogtepunt lopen er bijna 150 medewerkers uit München door de gangen van de Stadsschouwburg, goed voor een afgeladen programma van negen voorstellingen en tal van talkshows. Johan Simons brengt zijn eigen regies (Winterreise, Elfriede Jelinek en een Sara Kane–trilogie), en geeft volop de ruimte aan andere makers. Zo ziet het Amsterdams publiek weer eens honden op het podium (Ruf der Wildernis, regie Alvis Hermanis) en krijgt het de gelegenheid een buitenlandse regie van Ivo van Hove te beleven; Ludwig II naar Visconti, met een fenomenale Jeroen Willems. Brandhaarden 2012 is een groot succes, twee weken voor aanvang zijn de meeste voorstellingen al uitverkocht en wordt er waar mogelijk nog bijgeboekt. Dat smaakt naar meer. Waarom het bij deze ene keer laten?

2013

Toch is het een jaar later niet opnieuw een Brandhaard maar een Brandstichter die op het affiche staat, de Letse regisseur Alvis Hermanis. Door om en om in te zoomen op een theaterhuis en een interessante maker die voor meerdere ensembles werkt, leg je minder een claim op een heel theaterhuis, is de gedachte. En zo komen aan het Leidseplein dat jaar onder andere Hermanis’ eigen ensemble uit Riga (met The Sound of Silence), wederom de Münchener Kammerspiele (Wassa, met o.a. Katja Herbers en Elsie de Brauw) en de Schaubühne (Sommergäste) uit Berlijn op bezoek, de laatste met een decor van 24 meter breed eigenlijk vier meter te groot voor de Rabozaal, maar het past uiteindelijk met wat vertimmeren, net.

2014

Technisch is de Brandhaarden-editie van 2014 ook een uitdaging, als de Volksbühne uit Berlijn centraal staat, een huis dat beschikt over een speelvlak met een ingebouwde draaischijf, waar ook veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. Amsterdam heeft er geen. Een dergelijke voorziening opbouwen is een arbeidsintensieve operatie voor de schouwburgtechnici. Kostbaar, dus liever niet.


Het doet Brandhaarden–programmeur René van der Pluijm op bezoek in Berlijn bij een te boeken voorstelling regelmatig verzuchten ‘O god, ze hebben weer een draaischijf!’ Dat jaar brengt ook al een luchtballon in de Rabozaal, voor een dansduet met steracteur Martin Wuttke in Glanz und Elend der Kurtisanen in de regie van Rene Pollesch, anno nu de Herr Intendant in Berlijn.

2015

Bladerend door de programmaboekjes van Brandhaarden valt een andere naam op: Raphaël Pichon, inmiddels veelgevraagd Bachspecialist hors categorie, in 2015 voor Brandstichter Katie Mitchell nog benaderbaar om met haar veertien cantates van Johann Sebastian Bach te selecteren voor de uiterst sobere maar wonderschone voorstelling Trauernacht in het lege decor van de Grote Zaal. In slow motion bewegen vier zangers als familieleden in rouw rond een tafel. Mitchell is dan nog relatief onbekend in Nederland maar wel al voorloper in het gebruik van film en filmtechnieken in het theater. The forbidden zone, een productie van de Schaubühne am Lehniner Platz in Berlijn, dwingt de blik naar het enorme filmscherm. Mitchell is ook anderszins haar tijd vooruit: bij haar verdwijnt Winnie in Beckett’s Happy Days niet in het zand, maar onder een stijgende zeespiegel, en wekken de acteurs in Atmen op hometrainers hun eigen energie op. De programmeurs van Brandhaarden hebben de vinger aan de pols van de tijdgeest. Ook in 2016.

2016

Dan maakt een Frau Intendant haar opwachting. Karin Beier slaat met haar benoeming drie jaar eerder een bres in het mannenbolwerk van het Duits theater, door de leiding te nemen van het grootste stadstheater van Duitsland, het Deutsches Schauspielhaus Hamburg en door ruimte te bieden aan meer vrouwelijke regisseurs, zoals Katie Mitchell. Beier toont haar maatschappelijk engagement op Brandhaarden met haar regie van de verpletterende theatersolo van Edgar Selge Unterwerfung (naar Houellebecq) en van Schiff der Träume over Afrikaanse vluchtelingen. De female power wordt mede vertolkt door de bijdrage van regisseur Karin Henkel (Ibsens John Gabriel Borkman).

2017

Brandhaarden was ooit ook bedoeld om de internationale programmering van Stadsschouwburg Amsterdam/ITA te versterken, je zou het met al die memorabele voorstellingen bijna vergeten. Dat het werkt, blijkt in 2017, met Nachlass, een installatie van Brandstichter Rimini Protokoll, het theatercollectief uit Berlijn, op het Westergasfabriekterrein. Het is de eerste coproductie met Théâtre du Vidy in Lausanne. Toeschouwers dwalen door tien, vijftien kamers die hen met het thema nalatenschap confronteren.

2018

Veelal zijn het makers die een duwtje kunnen gebruiken die centraal staan in Brandhaarden. De editie van 2018 is een vreemde eend in de bijt; Peter Brook is dat stadium al lang voorbij, moet eerder worden afgeremd. De Living Legend laat ons energiek kennismaken met zijn Bouffes du Nord in Parijs en de jonge makers daar, zoals Pascal Rambert (Actrice) maar blikt in de randprogrammering vooral gul en met plezier terug op zijn rijke carrière als theatervernieuwer. We zijn eigenlijk allemaal uitgenodigd op zijn negentigste verjaardag. En we hangen aan zijn lippen.

2019

Het programma rond Brandstichter Milo Rau is eigenlijk al rond als zijn huiveringwekkende voorstelling La Reprise in juli 2018 op het Festival van Avignon in première gaat. Die mag niet ontbreken in voorjaar 2019, daarover zijn Ivo van Hove en René van der Pluijm het direct eens. De ‘heropvoering’ van de moord op Ihsane Jarfi in Luik krijgt een plek in het programma en toont in combinatie met o.a. Lam Gods, Five Easy Pieces en Lenin de kracht van de formule van Brandhaarden: inzicht in de methodologie van een maker.

2020

De theaterhuizen zijn op. Welnee, maar breder dan één huis is het thema dat jaar wel. Kilometers breed; theater én dans uit Zuid-Europa, met als hoogtepunten Sopro van Tiago Rodriguez uit Portugal, met een hoofdrol voor souffleuse Cristina Vidal op scène, en Gran Bolero van de Spaanse choreograaf Jesús Rubio Gamo. Een brede programmering die voortkomt uit de behoefte om het thema Brandhaarden ruimer te interpreteren. Waarom bijvoorbeeld niet ingezoomd op één acteur in verschillende stukken, of meerdere stukken van één auteur?

2021/2022

Voilà. Edouard Louis heeft er een jaar op moeten wachten, maar beleeft dan nu echt zijn editie van Brandhaarden. Met hemzelf zowel als acteur als auteur, samenwerkend met de Duitse regisseur Thomas Ostermeier en kijkend naar Nederlandse, Noorse en Duitse versies van zijn eigen werk.