Gijs Scholten van Aschat over Duende
ITA-acteur Gijs Scholten van Aschat vormt samen met flamencogitarist Eric Vaarzon Morel en trompettist Eric Vloeimans een gelegenheidstrio. In hun voorstelling Duende geven ze uiting aan hun fascinatie voor de muziek en literatuur van Spanje, Portugal, Argentinië en Brazilië. We spraken Gijs over dit muzikale theateruitstapje en zijn voorliefde voor de poëzie van het zuiden. “Duende is een vorm van extatische bezieling.”
De meeste mensen kennen je natuurlijk als vaste acteur van het ITA-ensemble. Hoe kwam je op het idee voor deze ‘eigen’ theatershow?
“Ja, als lid van het ITA-ensemble doe ik er in principe geen ander toneel bij. De theateruitstapjes die ik af en toe doe zijn vooral muzikaal, dat kan prima. Een aantal jaar geleden koppelde Leonoor Mees van schouwburg Orpheus in Apeldoorn me aan Eric Vaarzon Morel. Dat klikte, hij met zijn passie voor de flamenco en ik met mijn fascinatie voor Spaanstalige poëzie. Een beetje à l’improviste hebben we toen een kleine show gedaan op een buitenfestival. Dat was geweldig leuk. Later hebben we Eric Vloeimans erbij gevraagd, en met z’n drieën bedachten we de voorstelling Duende. Dat was zo’n succes, dat we ermee op tournee zijn gegaan.”
Je bent gefascineerd door Spaanstalige poëzie?
“Poëzie is mijn hele leven al een hobby van me. Met het Amsterdam Sinfonietta heb ik al eens gedichten van Fernando Pessoa voorgelezen op de muziek van Arvo Pärt. Pessoa is uniek, hij schreef onder verschillende heteroniemen. Eentje daarvan, Alberto Caeiro, is iemand die zich afvraagt waarom we de dingen moeten benoemen. Hij pleit ervoor om naar de dingen te kijken, dan zeggen ze je genoeg. Niet meteen interpreteren, gewoon het ding het ding laten zijn. Zo heeft hij een gedicht over een bocht in de weg, dat gaat erover dat ik hier sta en aan het einde zie je een bocht. Nu kun je erover na gaan denken wat er na die bocht is, maar dat is zinloos. Laat de mensen die daar leven dat maar doen. Probeer in het hier en nu te zijn, dat is de boodschap. Op het toneel ben ik daar ook mee bezig, ik probeer in het moment te zijn.”
Wat is de kunst van het voordragen van poëzie? Is er een juiste manier?
“In Duende draag ik behalve uit Pessoa ook voor uit het werk van Federico García Lorca, Carlos Drummond de Andrade en Jorge Luis Borges. Lorca is af en toe best ontoegankelijk. ‘De gitaar laat de dromen huilen, het snikken van verdoolde zielen ontsnapt uit haar ronde mond.’ Maar je begrijpt wel meteen waar het over gaat. De kunst is het gedicht begrijpelijk over te brengen, alsof de gedachte je op het moment van uitspreken invalt. Dat is een hele opgave, je moet uitkijken met je te veel inleven. De luisteraar moet alle ruimte krijgen. Er mag niet te veel Gijs tussen zitten. Ik ben de brenger, ik deel een gedachte met het publiek, dat is de uitdaging.”
De poëzie van Drummond de Andrade is nogal scabreus, wordt het een zwoele avond?
“Op een koude winteravond biedt deze voorstelling een heerlijke muzikale ontsnapping naar het warme zuiden, zo moet je het zien. Eric Vaarzon Morel is natuurlijk een geweldige flamencospecialist, hij heeft zijn gitaaropleiding in Spanje gehad. Eric Vloeimans speelt over de hele wereld, heeft een heel eigen geluid. En dat in combinatie met hele goede dichters, hele goede gedichten. De ene keer begint het met muziek, de andere keer met tekst. Die twee gaan tegen elkaar in, het ontstaat allemaal al improviserend. En af en toe praat ik de dingen aan elkaar, een beetje ter lering en vermaak. De avond is heel intiem, totaal geen spektakel. Er is geen bijzonder decor, het publiek zit er dicht op. Na de pauze gaat het meer over de liefde, de zinnelijkheid...”
Wat betekent ‘duende’ eigenlijk precies?
“Dat is typisch zo’n woord dat zich lastig laat vertalen. Duende staat voor de dionysische beleving. Lorca zag duende als een vorm van extatische bezieling waarmee elke scheppende kunstenaar kampt. Het is een term die een emotie, een gevoel, uitdrukt: bezield zijn, je geïnspireerd voelen. Maar het is echt iets onbenoembaars, je moet het natuurlijk gewoon komen ervaren.”
“Een heerlijke muzikale ontsnapping naar het warme zuiden.”
Duende
Drie Hollanders begeven zich naar het zuiden, op zoek naar een andere cultuur. Een speelt op zijn flamencogitaar, een ander leest en een derde blaast hemelse tonen de lucht in op zijn trompet. Ze omarmen de taal en de muziek van het zuiden en komen terecht in Spanje, Portugal en Brazilië, waar ze Lorca, flamenco, duende, Pessoa, saudade en Drummond de Andrade ontmoeten: meer dan ze op een avond kunnen vertellen.