René van der Pluijm 1960 - 2024
The show must go on. We gaan door, altijd. Zo is het theater, zo is het leven. We gaan dóór, – maar dan wel in het besef dat er iets is veranderd, iets onherroepelijks. Met grote spijt en diep verdriet moeten wij schrijven dat ITA’s hoofd programmering René van der Pluijm ons op 63-jarige leeftijd na een slepende ziekte is ontvallen.
René had al een maandenlange strijd geleverd toen hij eind januari aanwezig was op de opening van Brandhaarden 2024, het internationale festival waar hij jarenlang zijn ziel en zaligheid in heeft gestoken. Gezeten naast zijn levenspartner genoot hij met een twinkeling in de ogen van de opgewonden sfeer van een festivalopening, die hij zo goed begreep. Het was alsof het theater hem tijdelijk boven zijn fysieke grenzen tilde, alsof het hem de kracht gaf om te schitteren, zelfs in zijn zwakste momenten.
Met zijn liefde voor het vak en ongeëvenaarde toewijding aan zijn werk beschouwde René Internationaal Theater Amsterdam (ITA) als meer dan alleen een culturele instelling. Het was voor hem een plek van (internationale) samenkomst, innovatie en artistieke ambitie. Zijn programmering weerspiegelde zijn streven naar theater dat niet alleen vermaakte, maar ook uitdaagde en bevraagde.
René begon in 2009 als hoofd Programmering bij de Stadsschouwburg Amsterdam onder de directie van Melle Daamen. Daarvoor was hij programmeur van De Stadsschouwburg Groningen (2000-2009). Geboren Rotterdammer, was hij zijn loopbaan begonnen als medewerker bij de Rotterdamse Schouwburg en het Luxortheater. Als hoofd Planning en Publiciteit was hij vanaf 1988 verbonden aan achtereenvolgens Het Zuidelijk Toneel en Toneelgroep Amsterdam.
René leefde theater. Hij verbond inhoudelijke vakkennis aan zakelijk talent. Hij stond bekend om zijn snelle hoofdrekenen en was minutieus in lijsten en overzichten. Of het nu ging om het aantal voorstellingen, bouw- en breekdagen in een kalenderjaar, of een reisschema voor een buitenlandbezoek met welke metro hij ter plaatse moest nemen om een voorstelling te bezoeken. In een overleg met collega’s kon hij soms een heel andere vraag stellen dan je verwachtte, en daarmee het omdenken vormgeven. René stelde nooit zomaar een vraag, er zat een reden achter die je niet altijd direct doorhad.-|-René was zeer goed op de hoogte van de ontwikkelingen in zowel het Nederlandse als internationale theaterveld. Hij volgde zowel de makers van naam en faam als de jongere generatie. Hij haalde 300 el x 50 el x 30 el van het toen nog piepjonge gezelschap FC Bergman naar Amsterdam, een voorstelling met een compleet bos op toneel die in eerste instantie niet gemaakt was om te reizen. Juist dat soort uitdagende projecten gaven hem voldoening. René had een zesde zintuig voor theatersucces. Altijd was hij nieuwsgierig naar hoe het publiek reageerde en de makers de avond hadden ervaren.
Deze zomer zou René 64 zijn geworden. We hadden hem zo gegund dat hij in de laatste jaren van zijn werkende leven zijn enorme vakkennis en erfenis aan een opvolger had mogen overdragen en dat hij vanaf zijn welverdiende pensioen had kunnen kijken naar hoe een nieuwe generatie daarmee verder gaat. Het heeft niet mogen zijn: dit afscheid komt te vroeg. Maar zijn nalatenschap leeft voort in de harten van degenen die hij heeft geraakt en in de onvergetelijke theaterervaringen die hij heeft helpen realiseren.
Tot op het laatst wilde René zich door theater omringd weten. In zijn kamer in het hospice had hij posters laten ophangen van voorstellingen die hem nauw aan het hart lagen. Renés laatste editie van Brandhaarden had o.a. een voorstelling rond K.P. Kavafis die bij uitstek een dichter van grafschriften was. Kavafis schreef: ‘Zo vaak heb ik mijn ogen gericht op de schoonheid/ dat mijn blik er vol van is.’ Lieve, dierbare René, voortaan zullen wij zonder jou naar het theater moeten kijken. Maar jouw blik dragen we met ons mee.
Directie en medewerkers Internationaal Theater Amsterdam
foto: © Edwin Janssen