Nanouk Leopold
Met zes speelfilms tot nu toe is regisseur Nanouk Leopold (1968) één van de markantste vertegenwoordigers in Nederland van de auteursfilm. Haar films worden geselecteerd voor prestigieuze filmfestivals als Cannes en Berlijn. Voor Guernsey kreeg zij een Gouden Kalf voor beste regie, Maria Kraakman kreeg er een voor beste hoofdrolspeler. Dit seizoen regissert zij de klassieker van Harold Pinter De thuiskomst.
Leopold hanteert geen klassiek filmisch realisme. Haar films hebben weinig verhaal en plot. Leopold: ‘Ik wil dat mijn films meer gaan over wat de kijker denkt en voelt dan over iemand die iets doet op het scherm.’ Emoties roept zij bij voorkeur niet op door een personage te laten huilen, wel door een subtiel gebruik van licht en ruimte. Vrij Nederland: ‘Het maakt haar een zeldzame verschijning in het Nederlandse filmlandschap; haar werk een frisse wind tussen de films die liever praten dan tonen, eerder kiezen voor de schreeuwerige emotie dan de betekenisvolle stilte.’
Opvallend zijn de spaarzame dialogen. Ook haar gebruik van close-ups laat zien dat zij in haar filmtaal verwant is met auteursfilmers uit de jaren zestig en zeventig als Pier Paolo Pasolini en Michelangelo Antonioni. Over die laatste zegt Leopold: ‘Zijn zeer uitgesproken visuele stijl en precisie raken mij heel erg. Hij heeft oog voor details en toevalligheden die er niet toe lijken te doen, maar toch staan voor iets groters. Ik herken me vooral in de manier waarop hij met architectuur werkt en de ruimten gebruikt om uit te drukken hoe mensen zich voelen.’
Haar thematiek is de mens die vervreemdt van zijn omgeving en van een afstand naar zichzelf kijkt. Wie ben je? Wat beteken je voor anderen? In Brownian Movement probeert een arts in een huwelijkscrisis de rekbaarheid van haar relatie uit door seksueel te experimenteren met haar patiënten. In Guernsey worstelt een vrouw met de vraag waarom zij zo ver afstaat van degenen die haar het dierbaarst zijn.
Haar grootste publiekssucces boekte Leopold met Boven is het stil naar de gelijknamige roman van Gerbrand Bakker over een eenzame boer – de laatste filmrol van Jeroen Willems – die op een afgelegen boerderij zijn doodzieke vader verzorgt en gevoelens koestert voor de melkboer, gespeeld door Wim Opbrouck.