DJUWA MROIVILI

May Our Love Continue To Grow With Happiness and Peace is een expositie van de multidisciplinaire artiest Djuwa Mroivili (1998) over queerness, de sporen van een koloniaal verleden in de stad Amsterdam, en de relatie met haar vader.

Op deze pagina leest u meer over Djuwa en haar werk(en).

Locatie: molen de Gooyer

1. WE’VE ALWAYS BEEN HERE locatie: molen de Gooyer

De coelacanth is een vis die voornamelijk voorkomt in de Indische Oceaan. Het is een nationaal symbool van de Comoren geworden. In 1938 ving de Nederlandse visser Hendrik Goosen de vis per toeval voor de kust van Zuid Afrika. Voor westerse wetenschappers was dit een grote verrassing, want er werd tot die tijd door hen gedacht dat deze vis met een kleine long 65 miljoen jaar geleden was uitgestorven. Dit was dus een bijzondere vondst, die destijds gezien werd als belangrijke schakel in de evolutietheorie. Wetenschappers wilden meer te weten komen over dit “levende fossiel” en probeerden dan ook meer van dit soort vissen te vangen. Al deze tijd was de vis echter allang bekend bij de Comorese bevolking, als “gombessa”. De vis leefde diep op de bodem van de oceaan en was niet eetbaar, waardoor de Comorezen de vis in zijn eigen habitat met rust lieten.

Tegenwoordig is de vis door overbevissing bijna uitgestorven. Voor mij is dit verhaal een metafoor voor de gevaren van zichtbaarheid, ook in context van queerness. En voor wanneer er iets bestaat versus wanneer iets wordt erkend of “ontdekt”. Net zoals de coelacanth waren er altijd al queers in Oost Afrika, het is door het “gezien worden” en uitwissing (erasure) van identiteit, net als bij de vis, dat deze gemeenschappen gevaar lopen.

Ik draag hier een jurk met een motief van het Delfts blauwe kussende paar. Deze ‘oerhollandse’ symbolen staan centraal in de Nederlandse profilering. Tegelijkertijd wil Nederland zich internationaal tonen als tolerant, progressief en open land; het land van de ‘gay rights’. En toch, zoals ik heb bevonden in mijn onderzoek en proces in het maken van deze reeks, staat dit haaks op de realiteit en de geschiedenis. Nederlands kolonialisme heeft bijgedragen aan stigmatisering van queerness in gekoloniseerde gebieden, en queers en mensen van kleur zijn absoluut niet nieuw in Nederland.

Locatie: Wereldmuseum (voorheen Tropenmuseum)

2. SHAME SWALLOWS US, PRIDE PROTECTS US

Ik draag hier een strapon gemaakt van hout, geïnspireerd op een Comorese persoon genaamd Fatima, die in de 19de/20 eeuw in Madagascar leefde. Ik ken Fatima via een “wetenschappelijk artikel” van de Franse kolonialist Dr. Roux, die Fatima op een van zijn reizen ontmoet. Na het overlijden van Fatima’s echtgenoot had Fatima de beslissing genomen zich kaal te scheren, enkel mannenkleding te dragen en relaties met vrouwen te hebben. Ook had Fatima een eigen voorbinddildo van ebbenhout. Dit alles omschreef Dr. Roux in 1905 in een verslag gepubliceerd in Bulletins et Mémoires de la Société d'anthropologie, met de titel: Note sur un cas d'inversion sexuelle chez une Comorienne. Hoewel Fatima werd gezien als volwaardig lid van de gemeenschap beschreef Roux Fatima als hyperseksuele “freak” met een schandelijke lifestyle. Hij probeerde Fatima ervan te overtuigen dat het voor Fatima’s reputatie beter zou zijn zich te ontdoen van de strapon - waar Fatima het overigens niet mee eens was - en zag de strapon als een “bijzonder etnografisch document”. Uiteindelijk stal Roux de strapon, waarna hij hem waarschijnlijk meenam naar Frankrijk.

Voor mij illustreert dit verhaal een complexe maar erg belangrijke en gewelddadige verwoesting van identiteit en geschiedenis. Queerness bestond in Oost-Afrika altijd al, en er was acceptatie. Door de komst van Europese koloniale pseudowetenschappers is dit niet enkel gereduceerd tot iets pervers maar is de regio ook ontdaan van (een deel van) de objecten en verhalen die getuigenis bieden aan het bestaan van deze gemeenschappen. Dit bemoeilijkt het voeren van gesprekken over queerness.

Aan de ene kant werden Oost-Afrikaanse queers in Europese musea eeuwenlang afgeschilderd als “freaks” en worden vele Afrikaanse culturen neergezet als hyper-seksueel, en aan de andere kant wordt Europa, en vooral Nederland, internationaal gezien als dé plek voor LHBTQ+ rechten, terwijl de onderdrukking van deze gemeenschappen in bijvoorbeeld de Comoren en Madagaskar direct voortkomen uit dit koloniale tijdperk.

Locatie: mijn bank

3. IF MY DREAM IS YOUR NIGHTMARE LET ME SLEEP

Toen ik uit vertelde dat ik gay was, gaf mijn vader aan dat het oké was, als ik maar geen operaties zou laten doen - in andere woorden: als ik maar niet trans was. Mijn primaire reactie was dat ik dat ook helemaal niet van plan was, maar in de maanden die erop volgden vroeg ik me af of dat wel zo was. Misschien had ik het mezelf nooit toegestaan om over mijn genderidentiteit na te denken omdat dat “al helemaal te ver zou gaan.”

Locatie: mijn bed

4. FUCK VANILLA

Vanille is een van de grootste exportproducten van de Comoren. Vanille komt echter niet oorspronkelijk uit de Comoren, maar is daar door Franse kolonisten geïntroduceerd voor plantages. Tot op de dag van vandaag krijgen Comorese arbeiders hiervoor slecht betaald.

‘Vanilla’ seks wordt gezien als ‘zacht’ ‘saai’ en ‘normaal’. Ik vraag me vaak af wat zachtheid betekent, vooral in relatie tot vrouw zijn, en ook waar bepaalde preutsheid vandaan komt. Koloniale etnografen beschreven Zwarte Afrikaanse vrouwen als hyperseksueel, als het tegenovergestelde van de zogenaamd zedelijke, preutse witte Europese vrouwen.

Het kapitalisme dat kolonialisme ook met zich meebracht, waarin productiviteit voorop stond, en vaak nog steeds staat, maakte normativiteit het meest winstgevend. In de plantage-economie bijvoorbeeld, waarin arbeid zo winstgevend en goedkoop mogelijk moest zijn, was queerness een bedreiging, en homoseksualiteit letterlijk niet (re)productief.

Locatie: Hortus Botanicus

5. NOTHING IN NATURE IS STRAIGHT

Deze outfit is gebaseerd op wat Franse botanici droegen op de Comoren. Botanische kennis was een cruciaal element voor het opzetten van de plantage-economie en en het kolonialisme in het algemeen. Door deze kennis over planten en gewassen konden plantages worden aangelegd, maar werden tegelijkertijd veel 'indigenous' ecologieën verwoest .

We zien hier nu nog steeds de sporen van. Zo heeft de Hortus Botanicus meerdere planten van over de hele wereld die door VOC handelaren zijn meegenomen uit koloniën. Gerbera’s en geraniums bijvoorbeeld. Wat we nu zien als “natuur” of “natuurlijk” is daarom vaak toch verwijderd van de oorsprong van onze eigenlijke ecologie. Wat is natuurlijk?

Locatie: tegenover de Stopera

6. MONEY SMELLS

Wanneer ik de Nationale Opera bezoek, is Chanel no.5 een parfum die ik vaak ruik. Chanel no. 5 is misschien wel één van de bekendste parfums ter wereld. De geur van de parfum werd door Coco Chanel zelf omschreven als “een vrouwenparfum, met de geur van een vrouw.” De ylang-ylang die de basis vormt van de parfum, is afkomstig van een Comorese plantage die door Franse kolonisten werd aangelegd. Het waren deze kolonisten die ylang-ylang op de Comoren introduceerden. Hoewel Chanel no.5 geen goedkope parfum is, krijgen de plantagearbeiders weinig betaald voor hun werk.

Locatie: Dappermarkt

7. I STILL LOVE EATING PAPAYA

De 17e eeuwse historicus Olfert Dapper werd bekend door zijn beschrijvingen van verre landen -die hij zelf overigens nooit had bezocht. Hij verkreeg materiaal van o.a. filosoof Isaac Vossius en VOC-gouverneur generaal Joan van Hoorn. Desondanks voelde Dapper zich vrij om de mensen over wie hij schreef te beoordelen. Seksualiteit en uiterlijk speelden hierbij een rol. Het hebben van meerdere partners en het bestaan van een trans femme community op Madagaskar was één van de redenen om inwoners van Madagaskar te hyperseksualiseren, en als minderwaardig te omschrijven.

Locatie: Oosterpark, tussen het Wereldmuseum en het Slavernijmonument

8. THE PEOPLE WILL TALK, WHAT WILL YOU ADD TO THEIR CONVERSATION

Het maakt me niet uit hoe andere mensen achter mijn rug om over mij, of mensen zoals ik praten. Wat me wel uitmaakt, is hoe mijn naasten zich verhouden tot die gesprekken. Nemen ze eraan deel, weerspreken ze queer- of transfobe uitspraken? Nemen ze verantwoordelijkheid?

Over Djuwa Mroivili

Djuwa Mroivili (Amsterdam, 1998) is een Comorees-Nederlandse maker, pianiste, curator, researcher, en fangirl met Amsterdam als thuisbasis. Hoewel ze geschoold is als klassiek pianiste, en concerten (zowel solo als in samenwerking met anderen) nog steeds deel uitmaken van haar werkpraktijk, experimenteert ze daarnaast ook met andere formats van performances waarin muziek een rol speelt. In de performances die ze als maker ontwikkelt - vaak conceptueel van aard - stelt zij zich op als kwetsbare storyteller, en gebruikt ze o.a. muziek, woorden en lichaam om haar verhalen te vertellen. Als researcher deed Mroivili onderzoek naar Zwarte componisten in de geschiedenis van de klassieke muziek, en ze voert ook regelmatig hun werken uit.