05 maart / Arjan Reinders

Lunchen met Conny Janssen

Voor Lunchen met… nodigen we een acteur, danser of maker uit voor een lunch en een goed gesprek in de Café | Brasserie van Internationaal Theater Amsterdam. Conny Janssen (1958) brak in 1991 door met de voorstelling Eloï Eloï en in 1992 richtte zij haar eigen dansgezelschap Conny Janssen Danst op. Ze was gastchoreograaf voor onder meer Introdans, Dansgroep Krisztina de Châtel en Het Nationale Ballet. Ze was ook regelmatig te zien in het tv-programma So You Think You Can Dance. Na HOME (2017) en de remake van INSIDE OUT (2018) is haar nieuwste choreografie BROOS 13 en 14 maart te zien in ITA. Als late lunch – het is 15.30 uur – neemt Conny een kop thee en een broodje geitenkaas met bietjes, rucola, peer en pistachekruim.

Je was nog niet aan lunchen toegekomen vandaag?
“Nee, we hadden vanmiddag een groep 3 over de vloer, een klas kinderen van zes jaar. Zij doen mee aan een educatief programma in samenwerking met Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR), geïnspireerd door de thematiek van BROOS. Ze waren te gast in onze studio tijdens de repetitie, konden vragen stellen aan de dansers. Vervolgens gaan ze een project doen waarbij ze zelf ook dansen. Ik vind het noodzakelijk om dit soort dingen rondom een voorstelling te bouwen. Kinderen laten ervaren wat dans kan betekenen, nieuwe dingen laten ontdekken. En daarnaast, veel mensen gaan niet vanzelfsprekend naar de schouwburg, het is belangrijk om hen een handreiking te doen.”

BROOS gaat ook over een belangrijke maatschappelijk onderwerp.
“Klopt, in mijn werk laat ik mij inspireren door maatschappelijke thema’s. Mijn voorstellingen gaan over de mens als sociaal dier, over de relatie met de wereld waarin we leven. De voorstelling BROOS gaat over kwetsbaarheid, kwetsbaarheid in alle leeftijdsfasen, niet alleen van ouderen.”

De voorstelling is geïnspireerd door de zorg die je draagt voor je negentigjarige moeder. Maar een moment in Frankrijk speelde ook een belangrijke rol?
“Ja, soms heb je opeens een trigger nodig om te merken dat er een idee in je hoofd aan het gisten is. Op een pleintje ergens in Frankrijk keken ik en Thomas (Rupert, Janssens vaste scenograaf en partner – red.) uit op een stokoude man die ergens naar binnen wilde gaan. Hij probeerde een geveltrap op te klimmen, maar dat ging zo langzaam, zo gestileerd, voor mij stond de wereld even stil. Elke trede was bijna een monument. Geweldig om te zien hoe iemand in opperste concentratie bezig is met – ja met wat eigenlijk, gewoon met iets. Mijn moeder woont nog zelfstandig. Maar ze heeft 24 uur zorg nodig, en dat regel ik allemaal. Ik organiseer haar hele leven. Mijn moeder is de belichaming van BROOS.”

Hoe mondt zo’n persoonlijk idee over broosheid uit in een avondvullende choreografie?
“De dansers zijn belangrijk in het creatieve proces. We werken in dialoog. Maar daar zit natuurlijk wel veel sturing in van mijn kant. Aan de repetities gaat een enorme voorbereiding vooraf, ik doe veel onderzoek. Mijn dramaturg, Judith Wendel, gaf als idee bijvoorbeeld dat ik mijn moeder moest filmen. Vastleggen hoe haar fysiek verandert, iedere keer ziet ze er net weer iets anders uit. Met alle verzamelde informatie uit die voorbereidingen begin ik vervolgens het onderzoek met de dansers. Dan kan de reis beginnen. Op die manier is het telkens een zoeken naar nieuwe wegen.”

Is het daarom ook belangrijk voor je om steeds met een vast team te werken?
“Naast het hechte team ontwerpers werk ik inderdaad met een kerngroep van zeven à acht dansers. Elk jaar komt daar een aantal talenten bij. Van meet af aan is het een diverse groep geweest, met allemaal verschillende achtergronden. Ik vind het belangrijk dat iedereen zich met de dansers kan identificeren. Er staan nu twee generaties op het podium, dat is mooi om te zien. Twee van hen hebben onlangs een kind gekregen. Ik vroeg ze hun peuters goed te bestuderen. Hoe is het om als een kind de wereld in te kijken? Om nog geen evenwicht te hebben? Dat wankele? Het is die broosheid waar het mij om gaat. En het is the circle of life hè, iedereen gaat door al die fases heen. Mijn moeder van negentig was ook ooit die kleuter, die peuter en puber. Alleen zien we het niet meer, we zien alleen het laatste velletje nog.”

Je gebruikt bijna altijd live muziek in je voorstellingen, ook nu weer. Waarom vind je dat zo belangrijk?
“Het is niet alleen de livemuziek. Het is ook dat er nieuwe muziek wordt gecomponeerd. Die twee disciplines tegelijkertijd en in samenhang met elkaar ontwikkelen maakt dat het uiteindelijk een geheel wordt, één wereld. Daarom staat een muzikant ook op het toneel, is medespeler van de voorstelling. Dat levert een mooi spanningsveld op. Maartje Teussink, met wie ik eerder samenwerkte voor de locatievoorstelling COURAGE (2016), is een fantastische multi-instrumentalist. Ze ís muziek, en daarin vind ik haar ook broos. Tegelijkertijd straalt ze een fysieke kracht uit. Het mooie aan live muziek is dat de muziek met de voorstelling mee ademt. Je kunt in je timing veel waarachtiger blijven.”

Had je deze voorstelling ook kunnen maken toen je zelf nog jonger was?
“Nee, dat denk ik niet. Als je jong bent, ben je nog te veel met jezelf bezig. De voorstelling gaat ook echt over de huidige tijd. Iedereen staat op zijn best op Instagram, de druk die dat geeft! Daarin zit voor mij ook broosheid: waar kan, mag en wil je nog jezelf zijn? Deze voorstelling maakt echt wat los bij het publiek, ik krijg veel reacties. Na de voorstelling gaan mensen met me in gesprek, over hun levens, hun ouders, hun kinderen. Ze herleven hun leven op een ander niveau. De voorstelling is het resultaat van mijn persoonlijke zoektocht naar kwetsbaarheid. Al die reacties raken me daardoor des te meer.”

(Foto’s: Teska Overbeeke)

Conny Janssen Danst / Conny Janssen

BROOS

Na HOME (2017) en de remake van INSIDE OUT (2018) is BROOS het nieuwste werk van Conny Janssen voor het theater. BROOS verhaalt over de kwetsbaarheid van het leven, van de eerste schreeuw tot de laatste zucht.