Wie is Édouard Louis?
Édouard Louis (1992) geldt als een van de meest gevierde schrijvers van
zijn generatie. Zijn gepassioneerde en geëngageerde werk wordt door de nternationale theaterwereld omarmd: zijn boeken zijn in korte tijd wereldwijd al bijna veertig keer voor theater bewerkt.
Door Margriet Prinssen
Louis schrijft heel persoonlijke verhalen over zijn jeugd als homoseksueel in een homofoob en ver- pauperd arbeidersmilieu in Noord-Frankrijk en ver- bindt die met de actuele politieke werkelijkheid; hij schrijft over mensen die zelden in de literatuur of podiumkunsten aan bod komen. Hij vertegen- woordigt de stem van de ‘onderklasse’ in een taal die zowel direct en eenvoudig is als geraffineerd literair geconstrueerd.
Behalve schrijver is Louis ook een afgestudeerd socioloog; zijn blik is die van de observator die machtsstructuren haarfijn analyseert. Zijn werk is intuïtief en zintuiglijk, psychologisch sterk maar ook altijd sociologisch solide onderbouwd, zonder dat hij in zwart-witdenken vervalt of al te dram- merig overkomt.
Zijn debuut Weg met Eddy Bellegueule (2014), een autobiografische roman over zijn traumatische jeugd in een verpauperd arbeidersmilieu op het Franse platteland, was een instant hit. ‘Aan mijn kinderjaren bewaar ik geen enkele goede herin- nering’ schrijft hij. Als gevoelige en homoseksuele jongen valt Eddy Bellegueule (zijn echte naam) op alle mogelijke manieren uit de toon, in een milieu waarin machismo voor mannen de overlevings- strategie is. Een heftig ‘coming of age’–verhaal.
Met zijn radicaal persoonlijke werk wil hij de wereld niet alleen beschrijven maar ook veranderen.
Oprechte woede
Geschiedenis van geweld (2016), zijn tweede roman, gaat over een verkrachting die hemzelf is overkomen. Het boek is bijna klinisch geschreven maar maakt indruk door de oprechte woede, in combinatie met een scherpe analyse van het waarom van de dader, alsmede van de schaamte die hijzelf als slachtoffer voelt. In al zijn werk koppelt Louis autobiografische gegevens aan grote, maatschappelijke ontwikkelingen.
Aangrijpende liefdesbetuiging
Ze hebben mijn vader vermoord uit 2018 is een aangrijpende liefdesbetuiging van een zoon aan zijn zieke vader en tegelijkertijd een aanklacht tegen de Franse staat. De vader die hij in zijn debuut nog neerzet als gewelddadige alcoholist wordt hier met mededogen bezien. ‘Dit is het verhaal van een man uit de arbeidersklasse, wiens verwachtingen, geluk, passies en dromen langzaam maar zeker verpletterd worden door de samenleving en de politiek’, schrijft hij.
Zijn grote thema wordt meer en meer: het geweld dat mensen elkaar aandoen is een gevolg van het geweld dat het politieke systeem ons aandoet. Politiek is in zijn ogen niet onschuldig. ‘Het gaat voor velen om leven of dood.’
(artikel gaat verder hieronder)
Verbeelding
Theater speelt een cruciale rol in zijn
leven. In de eerste plaats omdat het zijn redding uit de troosteloze
armoede heeft betekend. Door zelf te spelen, komt hij in contact met de
verbeelding, via de verhalen van anderen. Bovendien leert hij door te
acteren tal van nieuwe overlevingsmechanismes. Zijn werk wordt
gekenmerkt door een voortdurende afwisseling van dichtbij laten komen en
afstand houden, met een feilloos gevoel voor dynamiek, timing en
dosering. Geen wonder dat zoveel regisseurs zich laten inspireren door
zijn romans.
Fantasie, empathie en humor
In Nederland was het Eline Arbo die met haar gestileerde enscenering van Weg met Eddy Bellegueule van begin 2020 meteen voor een van de absolute hoogtepunten van het jaar zorgde. Ze liet de vier jonge acteurs afwisselend de rol van de hoofdpersoon Eddy Bellegueule (zijn echte naam) spelen alsmede van de personages om hem heen: zijn alcoholische vader, zijn non-stop rokende moeder, zijn broer, de buurjongens. In de voorstel- ling wordt de verstikking duidelijk van een milieu dat elke vorm van anders zijn keihard veroordeelt en afstraft. Dat alles wordt vormgegeven met veel fantasie, een geweldige soundtrack en humor. In het spel van de vier jonge acteurs spel sijpelt zelfs een vorm van empathie met de ouders door. Dat geeft de voorstelling een lichte touch waardoor de beklemming des te harder aankomt.
(artikel gaat verder hieronder)
Aanklacht tegen het kapitalisme
Een paar
maanden later gaat Wie heeft mijn vader vermoord in première, een regie
van Ivo van Hove. Het is een monoloog waarin Hans Kesting zowel de vader
speelt (dikke buik, voorovergebogen houding) als de moeder (rokend,
nerveus) en de zoon. Het is een alom geprezen voorstelling waarin de
zoon dichtbij zijn ooit zo gehate vader komt, de fabrieksarbeider die
inmiddels vijftig is en na een ongeluk op het werk fysiek en mentaal
volledig gesloopt. De monoloog heeft de vorm van een steeds woedender
aanklacht tegen het alles vermorzelende kapitalisme met haar winstbejag.
Louis beschrijft de oorzaken van de ondergang van de vader en verbindt
opnieuw de particuliere anek- dotes met de politieke en economische
realiteit. Kesting doet dat weergaloos. Hij laat alle kanten zien van de
zoon: zowel de aanvankelijke schaam- te voor en de woede op zijn vader
als het begrip en mededogen dat hij steeds meer voelt. Empathie is ook
hier een sleutelbegrip.
Louis als acteur
In Brandhaarden is Édouard
Louis zelf als acteur te zien in de openingsvoorstelling Qui a tué mon
père, in een regie van Thomas Ostermeier. De voorstel- ling ging in 2020
in première bij Théâtre de la Ville in Parijs, een coproductie met het
gerenommeerde Duitse gezelschap Schaubühne am Lehniner Platz uit
Berlijn. Het is voor het eerst dat Louis op de planken staat om zijn
eigen werk te vertolken.
Het is een sobere voorstelling geworden met grote impact. ‘Intense, involving production’, schreef New York Times. Ook van Ostermeier en zijn Schaubühne am Lehniner Platz komt de enscene- ring van Geschiedenis van geweld. Hetzelfde stuk is te zien in een Noorse versie, Valdens Historie. Louis is vanaf het begin betrokken geweest bij de samen- stelling van Brandhaarden en koos dit als een van zijn favoriete bewerkingen.
(artikel gaat verder hieronder)Persoonlijk en meedogenloos portret
Gevechten
en metamorfosen van een vrouw (2021) is de tegenhanger van Wie heeft
mijn vader vermoord, het is het verhaal van zijn moeder. Opnieuw een
persoonlijk en meedogenloos portret, maar ook een politieke aanklacht:
zijn moeder wordt afgeschilderd als slachtoffer van de patriarchale
maatschappij en de sociaaleconomische omstan- digheden. Pas als hij een
foto van haar ziet als jong meisje – mooi, verwachtingsvolle blik –,
realiseert Louis zich dat zijn moeder niet altijd een oude, vermoeide,
kettingrokende en snauwende vrouw is geweest maar dat zij alle
verwachtingen in de loop van de tijd – en de twee echtgenoten die haar
tiranniseren – heeft verloren. Toch weet zij zich op latere leeftijd los
te maken van haar echtgenoot en wordt Gevechten en metamorfosen van een
vrouw het verhaal van de bevrijding van een vrouw.
Louis gaf Ivo van Hove, met wie hij inmiddels bevriend is geraakt, al in een vroeg stadium de kans om zijn het verhaal over zijn moeder te lezen, omdat hij veel waardering had voor de wijze waarop Van Hove Wie heeft mijn vader vermoord had geënsceneerd. De voorstelling ging dan ook al tegelijk met het verschijnen van de Nederlandse vertaling in première in De Schuur, met in de hoofdrol Marieke Heebink. ‘Dat doet ze magistraal: in haar rol traceert ze met grote precisie de ontwik- keling van een vrouw die ondanks decennia van liefdeloosheid toch nooit gebroken is.’, schreef NRC
Politiek en theater
Louis is geen wonderkind
meer – hij wordt dit jaar dertig – maar wel een belangrijke stem in het
denken over kunst en politiek. Met zijn radicaal persoonlijke werk wil
hij de wereld niet alleen beschrijven maar ook veranderen. Politiek,
vindt hij, raakt de machthebbers zelf amper, maar beïnvloedt de levens
van mensen aan de onder- kant dramatisch. Politiek gaat letterlijk over
leven en dood. In een essay in de Guardian schrijft hij over het milieu
waarin hij opgroeide: ‘Mijn boeken zijn geboren uit een gemis: ik ben
gaan schrijven, omdat ik de wereld van mijn jeugd nergens in boeken kon
terugvinden. (...) De cultuur, het onderwijssysteem en boeken gaven ons
het gevoel dat we werden afgewezen en niet welkom waren, en daarom wezen
wij de cultuur, het onderwijs en boeken af. Als de cultuur geen
aandacht aan ons besteedde, namen wij wel wraak op de cultuur. We
haatten cultuur.’
In Dialogen over kunst & politiek roept hij theater- makers en schrijvers expliciet op tot een ‘esthetiek van de confrontatie: een opvatting waarin kunst ons confronteert met de rauwe, gewelddadige, onverdraaglijke wereld achter de ideologische versluiering.’ Als iemand in staat is om de wereld van de verschoppelingen der aarde, de ‘anderen’, de mensen die buiten de reguliere kaders vallen, te beschrijven en af te rekenen met de ‘elitaire kunst’ is Louis het wel.
Dit artikel verscheen eerder in Scènes, hét tijdschrift voor theaterliefhebbers.