The Grief of Red Granny
17 februari 1934. Koning Albert beklimt de Rocher du Bon Dieu in Marche-les-Dames en verongelukt. Terwijl naar verluidt twee miljoen Belgen de begrafenisstoet bijwonen, mag koningin Elisabeth volgens het protocol zelfs niet aanwezig zijn op de begrafenis van haar man. Deze gebeurtenis staat model voor het verdriet van duizenden die niet kunnen rouwen zoals zij het willen.
Duur 105 minuten
Genre Theater
Taal Engels, Frans, Duits en Nederlands (spel) & Latijn, Xhosa, Zulu (zang)
Boventiteling Nederlands
The Grief of Red Granny
The Grief of Red Granny is het eerste deel van een tweedelige AfrOpera over individuele en collectieve rouw. In dit eerste deel maken we een emotionele reis door het hart van een vrouw, losjes geïnspireerd op koningin Elisabeth en op de oma van Gorges (twee Red Grannies) en geportretteerd door actrice Tine Joustra. Ze verwelkomt ons in de ruïnes van haar herinneringen en neemt ons mee op de golven van haar onverwerkt verdriet.
In deze geritualiseerde AfrOpera geeft Gorges Ocloo ruimte en stem aan diegenen die geen kans hebben gekregen om individueel afscheid te nemen van hun geliefde: ouders van vermiste kinderen, slachtoffers van oorlogen, pandemieën, terroristische aanslagen, …
-|-In zijn kenmerkende surrealistische beeldtaal brengt Ocloo dit raadselachtige rouwproces tot leven in de Hof van Eden. Zes engelen - drie klassieke zangers en drie muzikanten, allen uit Zuid-Afrika - vormen het ensemble. Het muzikale leidmotief is Stabat Mater van Pergolesi. “I will bring Pergolesi to my Voodoo church”, aldus Ocloo. In zijn radicale bewerking van deze beroemde compositie laat hij zich inspireren door weelderige rouw- en begrafenisrituelen van over de hele wereld. Een muzikale confrontatie tussen culturen. Een universeel geluid van verdriet en feest tegelijkertijd
In de pers
Etcetera
'De muzikale kruisbestuivingen resulteren in een opera vol verrassende wendingen, en met het soort uitbundige energie dat gebruikelijk is in Afrikaanse kerkgemeenschappen.'
De Tijd
'De rouwende weduwe - knappe rol van actrice Tine Joustra - wordt voortdurend gadegeslagen door zes Afrikaanse engelen, die de twaalf delen van het ‘Stabat Mater’ uitvoeren. Het instrumentarium is gewaagd: drum, cello en gitaar met sopraan, mezzosopraan en bas als stemmen.'
De Standaard
'Een uitstekende Tine Joustra brengt een monoloog over liefde en houden van, over pijn, verdriet en loslaten – moeiteloos tussen vier talen laverend. De tekst is doordacht, met treffende quotes en bij momenten geestige momenten.'
Credits
concept, tekst, regie, compositie, scenografie Gorges Ocloo
actrice Tine Joustra
sopraan Nobulumko Mngxekeza-Nziramasanga
mezzosopraan Nonkululeko Nkwinti
basso profondo Ntuthuko Ziqubu
gitaren Charlton Daniels
cello Dane Coetzee
drums/percussie Carla Williams
dramaturgie Jana Beckmann, Josse De Pauw
geluidsontwerp Victor Hidalgo
lichtontwerp Lies Van Loock, Gorges Ocloo
kostuumontwerp Tanya Maldonado, Esther Reijnen
decorontwerp Senne Suls, Noah Dockx, Chris Reijnen, Niels Antonissen
productie Toneelhuis, LOD muziektheater
in samenwerking met Artscape Theatre Centre Cape Town (ZA)
met de steun van de Diplomatieke Representatie van Vlaanderen in Zuid-Afrika, de Tax Shelter van de Belgische federale overheid, Gallop Tax Shelter, Sabam for Culture