Tiago Rodrigues: de ster van het Europese theater
Acteur en theatermaker Tiago Rodrigues kennen we in Nederland van voorstellingen van tg. Stan, waar hij sinds 1997 van tijd tot tijd in meespeelt, zoals What She Said. Of van Antony and Cleopatra op het afgelopen Holland Festival. Maar heel vaak was hij in ons land niet te zien, terwijl hij met zijn eerste gezelschap Mundo Perfeito sinds 2003 toch ruim dertig voorstellingen maakte die te zien waren in meer dan twintig landen en op enkele van de belangrijkste Europese festivals.
Hij gaf les op onder andere Anne Teresa De Keersmaekers dansschool P.A.R.T.S. In 2018 kreeg hij de prestigieuze Europe Prize for New Theatrical Realities.
Tijdens Brandhaarden #9 is hij te gast met zijn eigen Portugese toneelhuis Teatro Nacional D. Maria II uit Lissabon. Op uitnodiging van het prestigieuze Festival d'Avignon maakte hij Sopro ('adem'), over het leven achter de theaterschermen. De voorstelling speelde daar 9 keer voor een uitverkochte zaal.
‘Een schitterende ode aan het theater en hen die het maken.’— Le Figaro
In december was Rodrigues in Amsterdam voor The European Theatre Convention. Journalist Margriet Prinssen sprak met hem.
Een gepassioneerd pleitbezorger van het theater
Cristina Vidal werkt al 41 jaar als souffleur bij het Nationale Theater in Lissabon. Nu staat ze op de voorgrond in Sopro, een hommage aan een uitstervend beroep én een ode aan de mensen die achter de schermen in het theater werken.
Tiago Rodrigues (42) maakte de voorstelling twee jaar geleden voor het Festival van Avignon. Hij begon ooit als twintigjarige student bij tg. STAN en kent het Nederlandse en Vlaamse theaterlandschap goed. Sinds 2015 is hij artistiek leider van het Nationale Theater in Lissabon.
In december is Rodrigues even in Nederland voor een internationale theaterconferentie. Hij toont zich een begeesterd bruggenbouwer en een gepassioneerd pleitbezorger van nieuw, dynamisch theater. Met hartstocht vertelt hij over het thema van Brandhaarden: de ontwikkeling van het theater in het zuiden van Europa, een regio die onder druk staat door politieke onrust, economische problemen en de vluchtelingenstromen. Levert dat een goede humuslaag op voor interessante kunst of juist niet? Is er een wisselwerking met de noordelijke landen en zo ja, welke?
“Er is een ongelooflijk sterke invloed”, begint hij. “Zonder het Vlaamse theater, zoals dat van tg STAN, de Koe en het Nederlandse Discordia, zou het theater in Portugal niet zijn wat het nu is. Daarom is het zo’n schandaal dat de Vlaamse regering op het punt staat de projectsubsidies terug te draaien, terwijl die juist de belangrijke ontwikkelingen mogelijk hebben gemaakt, zonder welke de Europese cultuur heel wat armer zou zijn. Veel kunstenaars werken op basis van projectsubsidie. Dat levert een dynamiek op die leidt tot enorm rijke en veelzijdige podiumkunsten. Denk aan iemand als Ivo van Hove die nu op Broadway en in Londen grote successen boekt met internationaal bejubelde voorstellingen. Dat hij zover heeft kunnen komen, is alleen mogelijk dankzij het feit dat hij jarenlang heeft kunnen experimenteren.”
“Ik wil dat mijn publiek geraakt wordt”
Nieuw publiek
Hij begon er in 2015 met een klein ensemble en door elk jaar jonge getalenteerde acteurs aan te trekken, verandert het gezelschap razendsnel. In Lissabon trof hij bij zijn komst een vergrijzend en uitdunnend publiek aan in een tamelijk traditionele, stoffige schouwburg. Inmiddels is hij erin geslaagd met een meer moderne programmering en marketing het aantal toeschouwers per jaar te verdubbelen en te verjongen. Voor slechtzienden en -horenden zijn er audio- en videodescripties en het gebouw is volledig rolstoeltoegankelijk. Inclusiviteit staat hoog in het vaandel, zowel voor als achter de schermen.
Geen canon, geen Euripides, geen Homerus
Rodrigues behoort tot de eerste generatie die is geboren in een democratie – zijn (groot) ouders leefden onder het fascisme – en is zich daar zeer van bewust. Hij voelt het als een verantwoordelijkheid, zeker als leider van het Nationale Theater, om het voortouw te nemen op het gebied van educatie en participatie, van publieksopbouw, van een verrijking van repertoire en programmering. Hij zorgt voor afwisseling van kleine, radicale voorstellingen met meer klassiek werk.
“Portugal heeft geen rijke traditie op het gebied van de podiumkunsten. Er is weinig geld beschikbaar, als je het vergelijkt met andere Europese landen. Portugal heeft van oudsher sterk op Frankrijk geleund, vooral in de twintigste eeuw tijdens het fascisme. Met buurland Spanje bestaat een zekere rivaliteit, dat voelt bijna als de relatie met een broer, dichtbij maar ook complex – als je elkaar goed kent, zie je de verschillen beter. Met Italië is een sterke dialoog op gang aan het komen; Griekenland heeft natuurlijk een enorme traditie, daar kan Portugal zich geenszins aan meten. Wij hebben geen canon, geen Euripides, geen Homerus. Dat heeft ook zijn voordelen: het geeft ons een grote mate van vrijheid. We staan open voor alle invloeden, we absorberen de nieuwe theateresthetiek en mixen wat ons aanstaat, zo divers mogelijk.”
Bloedgeld
Het theater in Lissabon is opgericht in 1846, in de tijd van het kolonialisme. “De koninklijke loge is gebouwd met bloedgeld, daar moet je je bewust van zijn. Lissabon kent al vijfhonderd jaar een grote aanwas van mensen uit Kaapverdië die maar zelden in het theater komen. Die wil ik binnen hebben.” In mei 2020 komt – eindelijk, zegt hij – de eerste zwarte vrouw een regie doen in zijn theater. Het aantal vrouwelijke regisseurs is gegroeid van 11 procent in de periode 2010-2015 tot 38 procent in de periode 2015-2020, sinds zijn aantreden. Reden tot borstklopperij vindt hij dat geenszins. “We zijn er nog niet”, zegt hij.
“De souffleur is iemand die de acteur redt als hij zijn tekst kwijt is, maar ook zoveel meer.”
Verborgen schatten
Hij kwam op het idee voor Sopro toen hij voor het eerst in het theater in Lissabon was en Cristina Vidal aan het werk zag: “Ze maakte meteen indruk door haar vanzelfsprekende aanwezigheid. Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. Ze was niet alleen als souffleur aanwezig op de repetitie, maar als een soort assistent-regisseur, heel subtiel gaf ze aanwijzingen: jij een stukje naar achteren, die strofe wat meer nadruk geven. Ze wist alles en kende iedereen.” Zij vertegenwoordigt voor hem het hele leger aan professionele krachten achter de schermen, de mensen die nooit zichtbaar zijn maar zonder wie geen voorstelling gemaakt kan worden. Hij vroeg Cristina om een keer met hem te werken, wat ze een belachelijk idee vond. Maar vijf jaar later, toen het Festival van Avignon hem uitnodigde een nieuwe creatie te maken, wist hij haar te overtuigen en hij maakte van haar de hoofdpersoon van zijn nieuwe voorstelling: “De souffleur is iemand die de acteur redt als hij zijn tekst kwijt is, maar ook zoveel meer. Overal heb je mensen die dienen, maar niet ondergeschikt zijn. Ze kijken niet voortdurend naar zichzelf in de spiegel, ze kijken naar anderen. Op een bepaalde manier zal ik nooit zoveel kennis verwerven als Christine: over theater, over dramaturgie, over het leven van acteurs. Mensen als zij zijn uniek, met verborgen schatten.”
In Sopro verweeft hij teksten van toneelklassiekers met anekdotes van achter de schermen, waar van alles gebeurt dat we als toeschouwer niet zien, waar de ‘echte’ levens zich afspelen. De meeste anekdotes zijn afkomstig van Christina, verhalen die ze in de loop van jaren vertelde en die door hem zijn verzameld en opgeschreven. Inmiddels heeft Christina al 120 keer op het toneel gestaan met Sopro, onder meer in Kroatië, België, Brazilië en Italië, en elke keer, vertelt Rodrigues, is de voorstelling anders.
Theater als noodzaak
‘Sopro’ betekent ‘adem’; het echte leven achter de theaterschermen blaast het leven voor de schermen als het ware adem in. Voor hem is theater een noodzaak: “We moeten elke keer weer die tragische verhalen doormaken. Ik ben telkens opnieuw weer kwaad op Sophocles als hij Antigone laat sterven. Ik ga ook een beetje dood; tegelijk helpt de ervaring in het theater me om het leven beter aan te kunnen. Hij noemt zich een radicale optimist, een variant op het bekende adagium ‘Optimism is a moral duty’. “Veel van mijn stukken eindigen tragisch, het leven is geen blijspel. Het gaat er uiteindelijk om dat je geraakt wordt. Ik houd van het woord ‘moved’ in het Engels omdat het zo mooi ambigu is. Ik wil dat mijn publiek geraakt wordt, ‘I want them to be moved’; zowel letterlijk dat ze als het ware in beweging komen, al is het maar een klein beetje, als dat ze in hun hart geraakt worden.”
Teatro Nacional D. Maria II / Tiago Rodrigues (PT)
Sopro
Sopro gaat over het leven achter de theaterschermen. Verteld vanuit het perspectief van de souffleur. Deze persoon is onzichtbaar voor het publiek, maar blaast de mooiste personages op het toneel leven in. Als geen ander kent de souffleur de fragiele lijn tussen fictie en realiteit.
‘Een voorstelling die uitblinkt in schoonheid en intelligentie, die het theater leven laat ademen uit iedere porie van zijn huid’ — Le Monde